Shannon Heijdra, masterstudent Criminologie
Nog snel pak ik mijn laatste spullen in voordat ik de deur uitloop. Voor mijn gevoel ben ik van alles vergeten. Toch raar dat je van de zenuwen niet alerter wordt, iets wat je wel zou verwachten met al die adrenaline in je lichaam. Het belangrijkste is dat ik mijn laptop mee heb, anders dan kan ik net zo goed thuis blijven. Eenmaal buiten realiseer ik mij dat ik mijn nieuwe oorbellen ben vergeten. Ik moet die oorbellen hebben want ze passen perfect bij de outfit die ik aan wil doen tijdens mijn presentatie. In de verte hoor ik een klok slaan en schrik op. Het is half 8. Ik moet naar Schiphol toe. Ik moet mijn vlucht halen naar Kopenhagen.
De technologie heeft de criminologie in zijn traditionele vorm uitgedaagd. De antropocentrische visie die wij van oudsher kennen moet plaatsmaken voor het idee dat de technologie als gelijke moet worden gezien van de mens, wanneer met een kritische blik naar de huidige vormen van criminaliteit wordt gekeken. Wat betekent dit voor zowel de nationale als de internationale criminaliteitsproblematiek? Zijn nieuwe criminologische methoden en theorieën nodig om criminaliteit te kunnen verklaren?
Het is halverwege oktober en dit keer is het de beurt aan de University of Copenhagen om alle betrokken universiteiten met open armenen liters koffie te ontvangen voor de halfjaarlijkse Common Study Sessions. De betrokken universiteiten maken deel uit van het Common Study Programme for Criminal Justice and Critical Criminology, een gezamenlijk en internationaal programma waarin de afdeling criminologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam samenwerkt met collega-afdelingen van de universiteiten van Boedapest, Korinte, Gent, Hamburg, Kent, Komotini, Londen, New York, Porto en Utrecht. Tijdens deze drie tot vier dagen durende conferentie vinden intensieve onderwijsprogramma’s plaats, waarbij zowel lezingen worden gegeven door docenten als studenten. Kritische discussies worden daarbij niet vermeden. De thema’s die tijdens de gemeenschappelijke studiesessies worden besproken zijn over het algemeen gericht op culturele en wereldwijde criminologie. Daarnaast is het niet geheel onbelangrijk dat er naast het intensieve dagprogramma, een nóg intensiever sociaal avondprogramma bestaat.
Technology and Crime: Critical Criminological Perspectives
Op woensdagochtend 17 oktober begon officieel de eerste dag van de conferentie waarbij Anders Henriksen, het hoofd van het Centre for International Law, Conflict and Crisis, in zijn welkomstwoord sprak over het overkoepelende thema waar de Common Study Sessions deze keer om zal draaien: technology and crime: critical criminological perspectives. De technologie heeft de criminologie in zijn traditionele vorm uitgedaagd. De antropocentrische visie die wij van oudsher kennen moet plaatsmaken voor het idee dat de technologie als gelijke moet worden gezien van de mens, wanneer met een kritische blik naar de huidige vormen van criminaliteit wordt gekeken. Wat betekent dit voor zowel de nationale als de internationale criminaliteitsproblematiek? Zijn nieuwe criminologische methoden en theorieën nodig om criminaliteit te kunnen verklaren?
Tijdens de plenaire sessies en de presentaties die door studenten zijn gegeven, werden vele onderwerpen besproken, die ieder voor zich, een deel van deze vragen beantwoorden. Zo gaf EUR-docent Wytske van der Wagen een presentatie over hackers, op basis van haar recente publicatie in een themanummer over kritische perspectieven op cybercrime. Een ander veelbesproken thema op was de rol van technologie bij de aanpak van criminaliteit. Hoe zit het met het gebruik van kunstmatige intelligentie bij de opsporing en preventie van criminaliteit en welke nadelen of gevaren kleven er aan dergelijke technologieën? De verschillende perspectieven en interesses van alle deelnemende partijen maakten het mogelijk om middels onderlinge informatie-uitwisseling elkaars horizon te verbreden.
De grens tussen wat wettelijk is toegestaan en niet is toegestaan in de digitaliserende wereld is heel klein.
Diezelfde woensdag was het mijn beurt om die middag namens de Erasmus Universiteit Rotterdam een presentatie te geven. Met knikkende knieën liep ik het podium op waar ik plaatsnam naast Farina Kronsbein (University of Hamburg) en Tobias Dorph (University of Copenhagen). Nadat zij hun presentaties hadden gegeven, die beide in het teken stonden van criminaliteitspreventie, gaf ik mijn presentatie, waarbij ik trachtte om meer inzicht te geven in de kwestie of het inbouwen van achterdeurtjes in software, die encryptie kennen, een goed idee is om cybercriminaliteit en/of terrorisme te bestrijden. Helaas lijkt het tot op de dag van vandaag een doel dat niet realistisch is. Het heeft geleid tot het ontstaan van een intrinsieke spanning tussen het willen beschermen van de privacy van burgers vs. het zo effectief mogelijk kunnen opsporen van cybercriminaliteit en/of terrorisme. Maar hechten wij tegenwoordig nog wel zoveel waarde aan onze privacy als je kijkt naar wat wij zelf allemaal aan informatie op het internet plaatsen? Een oplossing moet naar mijn mening worden gevonden in het verder voeren van een maatschappelijk discussie met een internationaal karakter, waarbij alle belangen van de betrokkenen besproken worden.
Criminologie in ontwikkeling
Als ik terugkijk op de Common Study Sessions lijkt tegenwoordig niets te gek. De grens tussen wat wettelijk is toegestaan en niet is toegestaan in de digitaliserende wereld is heel klein. Tijdens de Common Study Sessions kwam duidelijk naar voren dat de criminologie zich continu aan het ontwikkelen is, maar iets wat telkens weer terug komt is het technische aspect. Iets wat vandaag de dag gespecialiseerde kennis lijkt, kan morgen weer achterhaald zijn. Het inspireerde mij om te zien dat allerlei criminologen uit verschillende landen met elkaar meedenken over vraagstukken voor de toekomst. Op zaterdagmiddag 20 oktober kreeg ik eindelijk de kans om alles te laten bezinken en zat ik op dat moment nog, letterlijk, met mijn hoofd in de wolken.