In dit artikel worden twee gevallen van grootschalige aanbestedingsvervalsing in de bouwsector in Canada en Nederland met elkaar vergeleken om de vraag te onderzoeken waarom economische kartels soms wel en soms geen inmenging van georganiseerde criminaliteit kennen. Theoretische concepten uit zowel georganiseerde misdaad literatuur als literatuur over organisatiecriminaliteit worden gecombineerd om deze vraag te beantwoorden. Door de geschiedenis heen is de bouwsector vaker een broeinest van kartelafspraken en corruptie gebleken. Om kartelafspraken te stabiliseren moeten deelnemers aan kartels voorkomen dat nieuwe spelers toetreden op de markt en zorgen dat andere kartel deelnemers hen niet bedriegen. De vraag waarom er bij grootschalige kartelvorming in de bouwsector in Canada wel betrokkenheid is gebleken van georganiseerde misdaad en in Nederland niet, wordt beantwoord aan de hand van een structurele analyse van de betreffende parlementaire onderzoeken. Dit artikel laat zien hoe twee verschillende systemen van kartelvorming konden ontstaan onder verschillende culturele omstandigheden en typen regulering; inclusieve en exclusieve kartelvorming. Bij exclusieve kartelvorming gebruiken deelnemers de gewelddadige reputatie van georganiseerde misdaadgroepen, daar waar inclusieve kartelvorming gebruikmaakt van geraffineerde systemen van onderlinge claims en schaduwboekhoudingen.
Dit artikel laat zien hoe twee verschillende systemen van kartelvorming konden ontstaan onder verschillende culturele omstandigheden en typen regulering; inclusieve en exclusieve kartelvorming.
Link: https://link.springer.com/article/10.1007/s12117-018-9350-y