Ook dit jaar hebben alle studenten uit de master Criminologie voor het vak ‘Stedelijkheid, cultuur en criminaliteit’ een blog geschreven geïnspireerd door één van de centrale thema’s van het vak. Drie studentenblogs worden op de Rotterdam Criminology Blog gepubliceerd. Hierbij de derde en laatste bijdrage in deze reeks van Jip van Gurp.
Oude Westen waar alles te krijgen is
“Het Oude Westen geeft een werelds gevoel, waar vrijwel van alles te krijgen is en geuren uit alle hoeken van de
wereld zijn waar te nemen.” – Jan Oudenaarden
Op het met meters hoge hekken omringde schoolplein van de Asch Van Wijckschool in het Oude Westen blijf ik stilstaan. Fronsend lees ik het citaat minstens zes keer over. Ja, alle hoeken van de wereld zijn absoluut waar te nemen door de verhuisstromen vanaf 1980. En ja, ook door de immigratie van culturen overladen met Mederiterriaans, Surinaams en Antilliaans temperament. Maar een ‘werelds gevoel waar alles te krijgen is’? Ik zou het liever anders formuleren: een gekolonialiseerde wereld waar alles voor de welgestelde, vermogende middenklasse te krijgen is. In deze blog wordt een kritische blik geworpen op Rotterdam als gentrificerende stad en haar invloed op stedelijke transformatieprocessen in relatie tot ruimtelijke concentraties van armoede en uitsluiting en het verlies van identiteit van oorspronkelijke bewoners.
‘Kolonisatie’ van oude buurten
Als blonde vrouw bezorgt mijn eerste ontmoeting met het multiculturele Rotterdam mij een melancholisch gevoel. Kranen en steigers hangen boven mijn hoofd als een hakbijl. Overal rijzen trendy koffietentjes en biologische (vegan-met-een-touch-of-plastic-tofu) ekoplaza’s als paddenstoelen uit de grond: ingesloten en tegelijkertijd uitgesloten door luxe woontorens, metershoge hekwerken en cameratoezicht om de veiligheid te verbeteren. Het ‘consumentisme’ neemt de wijk definitief over. Het geleidelijke proces om verwaarlozing van oude binnensteden op te knappen wordt gepresenteerd als ‘stadsvernieuwing’, maar zou men ook kunnen spreken van een kapitalistische vorm van ‘kolonisatie’ van buurten?
VanMoof symbool voor individualisering
Ik vervolg mijn route en aanschouw een imposante fietsenstalling omringd met geavanceerde beveiliging. Om het stereotyperend beeld af te maken is er een VanMoof fiets gestationeerd ter waarde van 3000 euro, enkel toegankelijk voor de welgestelde middenklasse. 350 meter verderop signaleer ik elektrische laadpalen; gesitueerd voor sociale huurwoningen. Een ambivalent straatbeeld opnieuw alleen toegankelijk voor de welvarende middenklasse. Verder struinend door de straten van de Maasstad werd ik om de haverklap ingehaald door bezorgbusjes van HelloFresh en Picnic; een perfecte representatie van de huidige consumentencultuur: enkel toegankelijk voor rijkere mensen. En niet te vergeten de legio aan riante woningen waar bezoekers zich bij het ijzeren gordijn via de intercom kunnen melden. Het subjectieve gevoel van armoede wordt hier onberispelijk uitgelicht.
Welgestelden zijn minder afhankelijk van buren, individualistischer – een ontwikkeling dat de gemeenschap juist verzwakt en polariseert. Het moge duidelijk zijn dat lagere-inkomensgroepen als verliezers uit de bus komen tijdens het proces van deze stedelijke renaissance[1].
Hoe discriminatie institutioneel wordt
De mediaberichtgeving omtrent deze multiculturele buurten wordt eenzijdig weergegeven. Zo kan ik tien personen vragen de ogen te sluiten en te denken aan: ‘de achterstandsbuurt’ en weet zeker dat we allemaal hetzelfde voor ons zien. Ontsierde straatbeelden door schotelantennes, verloedering van buurten en verpauperde achterstandswijken met buitenlanders die weigeren te integreren.
Het Oude Westen, systematisch gesegregeerd en gemarginaliseerd, is inderdaad allesbehalve romantisch. Maar wie inzoomt op deze buurten, zal zien de stadsvernieuwing niet toevallig gebeurt, maar het gevolg is van strategisch beleid.[2] Door achterstallig onderhoud worden sociale huurwoningen gesloopt in ruil voor duurdere woningen. Maar van wie zijn deze verpauperde woningen? Juist, veel problemen zijn het resultaat van decennialange verwaarlozing door gierige verhuurders of speculerende woningbouwcoöperaties. Een logische oplossing lijkt het opknappen van deze woningen. Maar nee, door stijgende huurprijzen is gedwongen verhuizing de enige optie. Impact heeft het zeker: bewoners zijn gehecht aan hun buurt, sociale netwerken worden achtergelaten en plekken waar identiteit aan wordt ontleend, verdwijnen in het tempo van de Blitzkrieg verovering. Een van de vele voorbeelden waaruit blijkt dat historische ongelijkheid en beeldvorming samen kunnen zorgen voor discriminatoire regels, wetten en taal. En daarmee verstoorde relaties tussen een bevolkingsgroep en autoriteiten. Sociale huurwoningen zijn handelswaar geworden. Er heerst een vorm van institutionele discriminatie; hét resultaat van neoliberale kortzichtige denkvisies van grootkapitalisten.
Hekwerkwijk
Het is zaterdag; de scholen zijn gesloten. Ik werp mijn blik op een bord hangend aan het met-sloten-omringde-zwart-vier-meter-hoog-puntig hekwerk. “Particuliere basisschool: de kracht van aandacht”. Het moet niet gekker worden. De aanwas aan particuliere scholen nemen de stad over; kleinere klassen zorgen ervoor dat kinderen meer aandacht krijgen van leraren.[3] Oneerlijk, krankzinnig en een schop na richting ouders van kinderen die de prijs van persoonlijke toewijding niet kunnen betalen. De goedbedoelende ouders die indirect verantwoordelijk zijn voor de oprichting van nieuwe particuliere basisscholen (met een overwegend wit leerlingenbestand) creëren tweedeling en werken segregatie juist in de hand. En dat is, nogmaals, niet toevallig, maar het gevolg van strategisch beleid.
Het publieke domein is getransformeerd in goed beveiligde ruimtes om ze exclusiever en toegankelijker te maken voor rijkere mensen[4]. De homogene scholen en in zichzelf gekeerde enclaves met metershoge muren, iconisch genoeg aangeduid als hekwerkwijken, zorgen voor sociale vervreemding tussen oude bevolkingsgroepen en nieuwkomers. Een uiterst onwenselijke ontwikkeling. In plaats van utopische beelden en beloften over stadsdiversiteit worden minderheden uitgevlakt uit het straatbeeld en toont de afnemende inclusiviteit van de stad. Het publieke domein is namelijk dé indicator voor het functioneren van de culturele democratie.[5] Laten we daarom zorgen dat de oorspronkelijke bewoners niet het onderspit delven. Laten we hen betrekken bij hun eigen buurt.
[1] Sassen, S. (2013). Whose City Is It? Globalization and the Formation of New Claims. In: Lin, J. & Mele, C. (eds). The Urban Sociology Reader (pp. 308-315). London: Routledge.
[2] Van Eijk (2019). Jaagt Rotterdam armen de stad uit? Geraadpleegd op 19 april 2021 via: https://gwenvaneijk.nl/2019/10/04/jaagt-rotterdam-armen-de-stad-uit/
[3] RTL-Nieuws (2018, 5 oktober). Steeds meer ouders kiezen voor dure privéschool: ‘Ik heb het geld er voor over’. Geraadpleegd op 19 april 2021 via https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/4439481/steeds-meer-ouders-kiezen-voor-dure-priveschool-ik-heb-het-geld-er
[4] Caldeira, T.P.R. (2013). Fortified Enclaves: The New Urban Segregation. In: Lin, J. & Mele, C. (eds). The Urban Sociology Reader (pp. 405-413). London: Routledge.
[5] Harvey, D. (2013). The Right to the City. In: Lin, J. & Mele, C. (eds). The Urban Sociology Reader (pp. 429-432). London: Routledge.