Alle studenten uit de master criminologie hebben voor het vak ‘Stedelijkheid, cultuur en criminaliteit’ een blog geschreven geïnspireerd door een van de centrale thema’s van het vak: ‘global cities’ en de arbeidsmarkt, ongelijkheid en armoede, superdiversiteit, gentrificatie, geweld, en identiteit en de straat. De drie blogs die als beste zijn beoordeeld, worden op crimeur.nl gepubliceerd. Deze week Dylan van Veldhoven.
Wereldwijd ontstaan er ommuurde enclaves in steden waarin de elite zich terugtrekt. Deze geïsoleerde eilanden staan beter bekend als gated communities (Low, 2003). Low (2003), die inzicht geeft in het leven binnen de Amerikaanse gated communities, laat zien dat angst een belangrijk motief is om te verhuizen naar een gated community. Zo geven bewoners aan zich zorgen te maken over criminaliteit, andere culturen, verkeersdrukte en de aanblik van armoede. Hoewel er geen wetenschappelijk bewijs is dat er daadwerkelijk minder criminaliteit plaatsvindt binnen gated communities, brengen gated communities volgens diverse auteurs (Low, 2003; Caldeira, 1996) wel een cruciaal neveneffect mee. Doordat de groep bewoners vaak relatief homogeen is, zorgen gated communities voor sociale segregatie waarbij de sociale interactie met mensen uit andere sociale groepen afneemt.
Uit onderzoek van Caldeira (1996) blijkt bijvoorbeeld dat de gated communities in São Paolo, met voornamelijk homogene groepen van bewoners, sterk geïsoleerd en afgeschermd zijn door fysieke barrières zoals hekken en muren. Daarnaast hebben de gated communities in São Paolo allerlei eigen voorzieningen, zoals winkels, sportclubs en soms zelfs scholen. Hierdoor hebben de bewoners weinig sociale interactie met andere sociale groepen in de samenleving. Uiteraard komen de bewoners wel eens buiten de muren van hun community, maar dan vervoeren zij zich meestal per auto. Daarbij vinden de publieke ontmoetingen buiten de muren van de community voornamelijk plaats binnen beschermde en relatief homogene groepen (Caldeira, 1996). Met deze kenmerken is het niet vreemd dat Caldeira (1996) spreekt van sociale segregatie met een groeiende afstand tussen sociale groepen in São Paolo. Grote groepen mensen met dezelfde kenmerken, voornamelijk hoogopgeleiden en mensen met een hoog inkomen, lijken zich immers volledig af te sluiten van de rest van de samenleving in São Paolo. Deze vorm van segregatie heeft volgens Caldeira (1996) een negatieve impact op de democratie. Zij beschouwt het als één van de benodigde condities van een democratie dat mensen andere groepen in de maatschappij kennen en ervaren als medeburger. Caldeira (1996) veronderstelt dat een afname van heterogene contacten door gated communities dit bemoeilijkt en mogelijk sociale conflicten in de hand werkt.
Gated communities lijken misschien voorbehouden aan grote – gevaarlijk geachte – steden, zoals Sao Paolo, Kaapstad en Detroit, maar ook in Nederland zijn er zogenoemde afgeschermde woondomeinen (Hamers, Nabielek, Schluchter & Van Middelkoop, 2007). Ondanks dat deze afgeschermde woondomeinen sterk verschillen met de gated communities zoals in São Paolo, wordt sociale segregatie met een afname van heterogene sociale contacten niet zelden beschouwd als een neveneffect van deze afgeschermde woondomeinen (Hulsman, 2007; Nabielek & Schluchter, 2009). Onterecht naar mijn mening.
Op basis van hun analyse geven Hamers et al. (2007) een aantal kenmerken die typerend zijn voor de afgeschermde woondomeinen in Nederland. Ten eerste hebben afgeschermde woondomeinen in Nederland vooral een woonfunctie. Dit is wel anders bij de gated communities in São Paolo. Die hebben volgens Caldeira (1996) tevens een consumptie-, recreatie- en werkfunctie. Hierdoor hebben de gated communities in São Paolo veel voorzieningen die afgeschermd zijn voor de rest van São Paolo. Doordat de afgeschermde woondomeinen in Nederland voornamelijk een woonfunctie hebben, moeten de bewoners wel gebruikmaken van de voorzieningen buiten de afgeschermde woondomeinen (Hamers et al., 2007). Op deze manier blijven de bewoners toch in contact staan met andere sociale groepen buiten de afgeschermde woondomeinen. Hoewel het onderzoek van Caldeira (1996) laat zien dat de bewoners van de gated communities in São Paolo ook gebruikmaken van voorzieningen buiten de gated community, merkt zij op dat publieke ontmoetingen voornamelijk plaats binnen beschermde en relatief homogene groepen, wat het heterogene sociale contact beperkt. Volgens Hamers et al. (2007) is dit in Nederland niet het geval, omdat de voorzieningen, zoals scholen en sportgelegenheden, in Nederland vrijwel voor iedereen toegankelijk zijn.
Doordat de afgeschermde woondomeinen in Nederland voornamelijk een woonfunctie hebben, moeten de bewoners wel gebruikmaken van de voorzieningen buiten de afgeschermde woondomeinen (Hamers et al., 2007)
Ten tweede concluderen Hamers et al. (2007) dat bij de afgeschermde woondomeinen in Nederland voornamelijk zachte en symbolische grenzen zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan begrenzing door begroeiing, niveauverschil en water. Toch zijn in sommige gevallen de afgeschermde woondomeinen wel afgeschermd middels een hek. Echter, in de meeste gevallen zijn de toegangspoorten in deze hekken niet afsluitbaar (Hamers et al., 2007; Nabielek & Schluchter, 2009). Op basis van het werk van Caldeira (1996) kan geconcludeerd worden dat er in São Paolo daarentegen juist voornamelijk harde grenzen zijn. Hierbij gaat het om fysieke barrières zoals muren en afsluitbare hekken, waardoor de gated communities in São Paolo voor buitenstaanders veel minder toegankelijk zijn (Caldeira, 1996). Doordat de afgeschermde woondomeinen in Nederland middels de zachte grenzen over het algemeen nog redelijk toegankelijk zijn voor buitenstaanders, vormt de begrenzing volgens Donkers (2007) in mindere mate een belemmering voor contact met mensen van buiten de afgeschermde woondomeinen.
Al met al blijken er verschillen te zijn tussen de gated communities in São Paolo en de afgeschermde woondomeinen in Nederland. De neveneffecten die worden toegeschreven aan de gated communities in São Paolo doen zich lang niet altijd voor bij de afgeschermde woondomeinen in Nederland. Zo zullen de afgeschermde woondomeinen in Nederland waarschijnlijk niet zo snel resulteren in sociale segregatie met een afname van heterogene sociale contacten. De angst dat de afgeschermde woondomeinen in Nederland leiden tot sociale segregatie met een afname van heterogene sociale contacten lijkt vooral afgeleid te zijn van buitenlands onderzoek, wat niet één op één van toepassing is op de Nederlandse situatie.
Onderschrift bij foto: Het Vondelparc in Utrecht, één van de woondomeinen in Nederland waar de toegangspoorten niet afsluitbaar zijn (foto: Dylan van Veldhoven).