Gwen van Eijk en Karin van Wingerde
Aan media-aandacht voor organisatie- en witteboordencriminaliteit was de laatste weken geen gebrek. Op 13 juni berichtte het NRC Handelsblad over de vermoedelijke omkoping van Defensieambtenaren door autobedrijf Pon. Centraal in het artikel stond de verontwaardiging van “lage ambtenaren” over voormalig-ministers Kamp, Hillen en Van Middelkoop die zouden hebben geprofiteerd van corrupte deals maar niet werden vervolgd: “klassenjustitie”, aldus de advocaten.
Twee dagen later publiceerde Volkskrant een lang interview met Toine Manders. “Belasting is een soort gelegaliseerde roof”, vindt Manders, en daarom adviseerde hij zo’n 6000 Nederlanders over belastingontwijking. Aanleiding voor het interview is zijn rol als getuige voor de parlementaire ondervragingscommissie fiscale constructies, maar in het interview komt ook uitgebreid aan de orde dat hij momenteel wordt vervolgd voor belastingfraude, deelname aan een criminele organisatie en overtreding van de trustwetgeving.
In het NRC Handelsblad van 22 juni werd aandacht besteed aan een strafzaak tegen een oud-bestuurder van Achmea die terechtstaat voor valsheid in geschrifte in relatie tot belastingontduiking. Ook hier valt het woord klassenjustitie, maar dan net iets anders: de oud-bestuurder meent dat hij “ongenadig hard” wordt aangepakt en dat er sprake is van “omgekeerde klassenjustitie”. Op 6 juli berichtte de krant dat de oud-bestuurder is vrijgesproken.
Economisch nieuws
Wat deze berichten met elkaar gemeen hebben is niet alleen dat er veel aandacht is voor het verhaal en de persoon van de verdachten, noch de manier waarop de werkwijze van politie en justitie wordt bekritiseerd, maar vooral hun plaats in de krant: ze staan in het economiekatern*. Anders dan strafzaken rondom ‘gewone’ criminaliteit, die doorgaans op de eerste pagina’s staan, staan deze berichten verderop in de krant tussen nieuws over overnames en beurskoersen en soms in de separate economiebijlage.
We bespreken hier recente berichten die ons zijn opgevallen. We weten niet hoe vaak het voorkomt dat witteboordencriminaliteit niet in het algemene deel van de krant maar in het economiekatern voorkomt. Deze voorbeelden roepen echter de vraag op hoe vaak en waarom dat gebeurt en bovenal: wat zijn de gevolgen ervan?
Misschien wel het meest onbegrijpelijke voorbeeld is de recente berichtgeving in het NRC Handelsblad over de veroordeling van Guus Kouwenhoven voor wapenhandel en oorlogsmisdaden in Liberia, waarvoor hij 19 jaar gevangenisstraf kreeg. Kouwenhoven gebruikte zijn houtkapbedrijven om wapens te importeren en distribueren. Staat het bericht in het economiekatern omdat Kouwenhoven in de eerste plaats als “zakenman” wordt gezien? Het is des te opmerkelijker dat het bericht in het economiekatern is weggestopt omdat het zeldzaam is dat oorlogsmisdadigers, en al helemaal van Nederlandse bodem, worden veroordeeld. Vergelijkbare vragen dringen zich op in berichtgeving over een (particuliere) rechtszaak in Nigeria tegen Shell vanwege vermeende medeplichtigheid aan executies van negen leden van het Ogoni-volk.
Wat is de overweging van de redactie? Toevallig ging de economiebijlage van het NRC Handelsblad onlangs over de ‘schaduweconomie’, wat de krant definieert als alle economische handelingen die zich onttrekken aan de belasting. Zo bezien valt misschien te begrijpen waarom organisatie- en witteboordencriminaliteit in het economiekatern staan: het is de schaduweconomie. Maar ook drugshandel is schaduweconomie, maar berichten daarover staan niet in het economiekatern (zie bijvoorbeeld dit bericht op 13 april op de voorpagina).
Media en framing
Judith van Erp en Joep Beckers analyseerden enkele jaren geleden berichtgeving over witteboordencriminaliteit in de Nederlandse media en zij zagen drie ‘standaard frames’: “hoogmoed komt voor de val”, “luxe en glamour (of lifestyle)” en “falend toezicht”. Zo kan berichtgeving over witteboordencriminaliteit het karakter krijgen van infotainment waarbij de grens tussen nieuws, feiten en entertainment in toenemende mate vervaagt. Een goed voorbeeld hiervan is het interview met Toine Manders dat de journalist situeert tegen de achtergrond van zijn voormalige “vrijstaand huis” met “heerlijke grote tuin”. Tegenwoordig woont Manders met zijn gezin in een “sociale huurwoning van 65 vierkante meter”.
In andere berichten wordt de werkwijze van de toezichts- en opsporingsorganisaties uitvoerig bekritiseerd. Zo luidt de titel van het bericht over de Achmea-bestuurder: ‘Achmea bestuurder geveld door een onduidelijk mailtje’. Het problematische aan dergelijke frames is dat ze afbreuk doen aan de boodschap dat dergelijk gedrag laakbaar en strafbaar is. Sterker nog, dergelijke berichtgeving schildert de verdachten af als slachtoffers van een onredelijke of buitenproportionele aanpak van politie en justitie.
Het problematische aan dergelijke frames is dat ze afbreuk doen aan de boodschap dat dergelijk gedrag laakbaar en strafbaar is.
Juist omdat bij veel witteboordencriminaliteit “veel onduidelijkheid bestaat over de grens tussen geoorloofd en ongeoorloofd gedrag, is behoefte aan een moreel kompas”, schrijven Van Erp en Beckers. De media hebben hierin een subtiele maar potentieel doorslaggevende rol wanneer zij een bepaald frame hanteren in hun berichtgeving .
Afbeeldingen van twee besproken artikelen in het economiekatern van de gedrukte versie van het NRC Handelsblad van 22 en 29 juni
De plek in de krant
Kan ook de plek in de krant afbreuk doen aan de morele boodschap? We zien drie manieren waarop dat mogelijk het geval is. Ten eerste, door het bericht niet als ‘gewoon nieuws’ te presenteren maar als ‘economisch nieuws’ wordt het normovertredend gedrag verbijzonderd. Nu kan gesteld worden dat organisatie- en witteboordencriminaliteit bijzondere vormen van criminaliteit zijn, maar dat geldt net zo goed voor drugscriminaliteit of georganiseerde criminaliteit. Het verbijzonderen van organisatie- en witteboordencriminaliteit is problematisch omdat het in de handhavingspraktijk (alsook in criminologisch onderzoek) toch al een marginaal verschijnsel is. Verreweg de meeste aandacht gaat uit naar wat we ‘commune criminaliteit’ noemen: inbraken, geweldsmisdrijven en drugsgerelateerde criminaliteit.
Ten tweede zou het economisch frame kunnen suggereren dat organisatie- en witteboordencriminaliteit gewone economische verschijnselen zijn, iets dat bij de economie hoort of bij de gewone uitoefening van een beroep of bedrijf: business as usual dus.
Tot slot is deze plek in de krant problematisch omdat het impact heeft op de zichtbaarheid: lezen krantenlezers de economiebijlage doorgaans even aandachtig als het gewone nieuws? Voor veel mensen is economie wellicht saai of ingewikkeld. In elk geval staat het economisch nieuws vaak verderop in de krant, dus is de kans dat lezers het onder ogen krijgen kleiner dan als het op de eerste pagina’s staat.
De plek in de krant – het economisch katern – is daarmee mogelijk ook een frame dat de gebrekkige zichtbaarheid en morele ambiguïteit rondom witteboordencriminaliteit versterkt – iets waarvoor Edwin Sutherland al waarschuwde. Wij zijn benieuwd naar de afwegingen van krantenredacteuren om berichten over organisatie- en witteboordencriminaliteit weg te stoppen in een economiekatern en vragen ons af in hoeverre en hoe deze framing de publieke beeldvorming beïnvloedt over deze vormen van criminaliteit. Wordt vervolgd!
Noot *: dit is niet altijd te zien op de website, we doelen hier op de gedrukte versie (in papieren of digitale vorm) van de krant.