by dr. Jing Hiah & prof.dr. Richard Staring

In een recentelijk verschenen onderzoek van het NRC-handelsblad naar de Aziatische horeca en het Wokakkoord (d.d. 4 juni 2022) wordt een groep restauranteigenaren weggezet als mensensmokkelaren en mensenhandelaren al voordat het strafrechtelijk onderzoek is afgerond en de rechter een uitspraak heeft gedaan. Het Wokakkoord is een visa quotasysteem waarbij arbeidsmigranten vanuit buiten Europa op basis van speciale regels in Nederland te werk gesteld kunnen worden om zo de hiaten in de Aziatische horeca op te kunnen vangen. Helaas past dergelijke mediaberichtgeving binnen een treurige traditie die er in de goed gedocumenteerde verslaglegging over de eerste Chinese migranten, meer dan een eeuw geleden, in Nederland bestaat. Namelijk, een steevaste beleidsmatige koppeling van Chinese migranten aan illegale arbeid, mensensmokkel en georganiseerde misdaad. Naast deze vorm van racialisering lopen er in de discussies verschillende zaken door elkaar. Enerzijds is er een behoefte aan gespecialiseerde koks die in Nederland ontbreken en anderzijds gaat het over het strafrechtelijk aanpakken van arbeidsuitbuiting en het voorkomen van onrechtmatig verblijf.

Er gebeurt toch ook van alles wat het daglicht niet kan velen?

Meer dan een eeuw geleden begon de Nederlandse overheid Chinezen te categoriseren als een bijzondere groep migranten die met passende maatregelen moesten worden aangepakt. Corrie van Eijl beschrijft in haar studie Tussenland op basis van historisch documentenonderzoek hoe raciale stereotyperingen hierin een belangrijke rol speelde. In Nederland werd er door het toenmalige Ministerie van Justitie gesproken over ‘Chineezen en ander Aziatisch ongedierte’. Er werden speciale ‘Chinezen teams’ onder opsporingsinstanties opgericht en varianten van dergelijke specialistische teams blijven bestaan tot ver in de jaren negentig. De Chinese horeca werd gezien als een risicosector voor illegale arbeid en later ook voor arbeidsuitbuiting. Uit cijfers van de arbeidsinspectie blijkt echter dat er 50% meer controles werden uitgevoerd in Chinese restaurants vergeleken met andere sub-sectoren in de Nederlandse horeca in de jaren negentig van de twintigste eeuw. Je kunt dus de vraag stellen of er daadwerkelijk vaker misstanden voorkwamen in de Aziatische Horeca vergeleken met andere sectoren in de horeca.

De Nederlandse overheid komt de Chinese horeca toch ook tegemoet?

Tegelijkertijd lijkt de overheid de Chinese Horeca tegemoet te willen komen. Het Chinese-Nederlandse restaurantwezen heeft in haar meer dan honderdjarige bestaan vaker gekampt met personeelstekort. In onderhandelingen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn er in het verleden vaker afspraken gemaakt tussen de overheid en het Chinese restaurant wezen wat betreft migratiequota’s. Het Wokakkoord is ook geen nieuwe uitvinding. In de jaren negentig was er het Chineko convenant wat in principe dezelfde logica volgde: een migratiequota voor gespecialiseerde koks uit China en andere delen van Oost-Azië. Hiah’s promotieonderzoek toont dat dit gebrek aan personeel onder andere te verklaren is door hoe witte Nederlanders niet willen of kunnen werken in deze restaurants. En Chinese restauranteigenaren? Die hebben de voorkeur om een neef of een streekgenoot over te laten komen omdat zij de Chinese keuken beter zouden beheersen of de voertaal in het restaurant spreken. De vraag naar meer personeel lijkt reëel te zijn. Door de negatieve mediaberichtgeving over misstanden worden echter kanttekeningen geplaatst bij de vraag naar personeel. Daarnaast wekken de uitspraken van de arbeidsinspectie ook de indruk dat er niet zozeer vraag is naar meer personeel, maar dat de Aziatische horeca graag illegaal verblijf en arbeid zou willen faciliteren. Hiermee is de cirkel wat betreft racialisering in beleid rond: Nederlanders met een Chinese migratieachtergrond worden als groep geassocieerd met illegale en criminele activiteiten terwijl het in praktijk om een paar rotte appels gaat. Vervolgens wordt er op basis van die paar rotte appels gepleit voor het afschaffen van een beleidsregeling die een hele sector en groep raakt.

Verkeerde indicatoren voor uitbuiting

Dit alles vindt plaats tegen een achtergrond waarin de EU pleit voor een ruimhartiger arbeidsmigratiebeleid en studies die indiceren dat verdringing op de arbeidsmarkt door de komst van nieuwe arbeidsmigranten nauwelijks voorkomt. Arbeidsuitbuiting en misbruik van regelgeving moeten worden opgespoord en bestraft. Het is hierbij wel de vraag of de beschreven meervoudige afhankelijkheden (wonen en werken) in de Chinese horeca door de arbeidsinspectie wel de juiste indicatoren zijn voor arbeidsuitbuiting. Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van wonen en werken voor Chinese ongedocumenteerden een voorwaarde is om überhaupt werk te accepteren. Dat wil uiteraard niet zeggen dat zij niet kwetsbaar zijn bij meervoudige afhankelijkheid, maar kwetsbaarheid is niet hetzelfde als slachtofferschap van arbeidsuitbuiting. Daarnaast schiet de strafrechtelijke weg in de aanpak van arbeidsuitbuiting te kort doordat vermeende slachtoffers zichzelf niet als slachtoffer identificeren.

Ruimer (arbeids)migratiebeleid is effectiever tegen arbeidsuitbuiting dan strafrechtelijke aanpak

Het voornemen van de EU om arbeidsmigranten niet afhankelijk te maken van één werkgever en binnen de EU te kunnen laten reizen lijkt op basis van de huidige inzichten in de migratieliteratuur een effectiever middel tegen arbeidsuitbuiting en onrechtmatig verblijf, dan de strafrechtelijke weg. Verschillende onderzoekers hebben gewaarschuwd tegen visa systemen waarin het recht tot verblijf voor arbeidsmigranten afhankelijk wordt gemaakt van hun werkgever. Het zogeheten Kafala systeem in het Midden-Oosten is hier berucht voor. Binnen het kafala- of sponsorsysteem wordt de verblijfstatus van een arbeidsmigrant tijdens de contractperiode wettelijk gebonden aan een werkgever (‘kafeel’). De arbeidsmigrant kan het land niet binnenkomen, veranderen van werk(gever) of het land om welke reden dan ook verlaten zonder eerst de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de kafeel te verkrijgen. Recent en bijzonder onderzoek naar het Kafala systeem van de sociale geografe Natasha Iskander in Qatar, toont dat onder dit systeem arbeidsmigranten vaak geen andere keuze hebben dan de zeer precaire arbeidsomstandigheden te accepteren, waaronder onderbetaling, wanbetaling, buitensporige werkuren of andere onveilige omstandigheden. Dichterbij huis spelen deze vraagstukken ook. In het Verenigd Koninkrijk hebben arbeidsmigranten op een domestic worker visa in het geval van ontevredenheid bij hun arbeidsomstandigheden of misstanden de mogelijkheid om oftewel terug te keren naar het land van herkomst, of het werk en de arbeidsomstandigheden te accepteren. Voor 2012 was het systeem juist zo ingericht dat arbeidsmigranten op een domestic worker visa vrij van werkgever konden wisselen. In praktijk betekende dit dat arbeidsmigranten die ontevreden waren met hun arbeidsomstandigheden op zoek gingen naar nieuwe werkgevers. Ze werden op die wijze dus niet gedwongen om in slechte omstandigheden te blijven werken. Uit deze inzichten kunnen we opmaken dat het vergroten van de mobiliteit voor Chinese koks juist uitbuiting kan voorkomen.

Kortom, de afschaffing van het Wokakkoord en daarmee een inperking van arbeidsmigratie en mobiliteit staat haaks op bevindingen uit de wetenschappelijk literatuur. Niet alleen leidt dergelijke mediaberichtgeving tot verdere stigmatisering en uitsluiting van Chinezen en andere Aziaten in Nederland, ook staat het haaks op de recente plannen van de Europese commissie. Deze stellen dat de vraag naar arbeidsmigranten van buiten de EU reëel is en het inperken van mogelijkheden tot migratie vooral illegale migratie, mensenhandel en arbeidsuitbuiting in de hand werkt. Door juist de toegang tot Europa en Nederland te vergemakkelijken verwacht de Europese commissie dat illegale migratie en uitbuiting afneemt. Wij juichen deze Europese koerswijziging zeer toe!

From 14 – 16 May 2023, some of our criminology students and colleagues attended the Common Study Programme in Critical Criminology hosted at the University of Hamburg (Germany). The Common Study Sessions are organised twice a year by variating participating universities and are an opportunity for […]
As part of the criminology master program, students write a blog post on central themes of the course 'Urban Issues, Culture and Crime'. The best posts are selected for our blog. This post is by Julie le Sage who discusses the consequences of modern urbanism for Rotterdam's urban skaters.
Since 2019, Lebanon's financial crisis is taking the headlines of major newspapers. In this blog post, PhD candidate Cybele Atme outlines, in line with many historical analysis, how Lebanon's contemporary financial system has been shaped by colonialism and foreign interests.