Jeroen van den Broek

Het zal niemand ontgaan zijn dat het gebruik van social media onder (met name) jongeren de afgelopen tien jaar explosief is gestegen. Deze ontwikkeling blijkt in de praktijk bijzonder interessant voor criminologen. Zo opperde Frank Weerman onlangs in Justitiële Verkenningen dat er opmerkelijke paralellen vallen waar te nemen tussen de opkomst van social media en de recente daling van jeugdcriminaliteit. Naast het feit dat de verplaatsing van jongeren richting social media van invloed kan zijn op criminaliteitscijfers, biedt deze verplaatsing ons nieuwe mogelijkheden tot het doen van onderzoek. Het feit dat jongeren vandaag de dag veel tijd doorbrengen online, geeft ons inzicht in processen waar we in de offline wereld vaak veel moeilijker zicht op krijgen. In deze blog wil ik laten zien hoe platformen als YouTube, Instagram en Snapchat tegenwoordig een belangrijk podium vormen voor de performance van straatcultuur, de manier waarop jongeren hun straatidentiteit construeren en communiceren. Ik put hiervoor uit data die ik in de afgelopen jaren heb verzameld in het kader van mijn afstudeeronderzoek uit 2013 en uit onderzoeken die ik heb uitgevoerd in opdracht van verschillende gemeenten en Ministeries. Omdat deze blog niet de ruimte biedt uitgebreid in te gaan op de verschillende thema’s die jongeren aanwenden om hun straatidentiteit te construeren en communiceren, wil ik binnen deze tekst specifiek inzoomen op welke rol criminaliteit speelt binnen hun online performance van straatcultuur. Robby Roks en ik schreven recentelijk een artikel over de performance van straatcultuur op social media, waarin meer thema’s aan bod komen.

 

Het feit dat jongeren vandaag de dag veel tijd doorbrengen online, geeft ons inzicht in processen waar we in de offline wereld vaak veel moeilijker zicht op krijgen

 

In het populaire gebruik van de term straatcultuur wordt het begrip in veel gevallen gelijkgesteld aan criminaliteit. Hoewel associaties met criminaliteit – deels onder invloed van de media en de manier waarop het begrip te pas en te onpas wordt gebruikt – begrijpelijk zijn, is het belangrijk te bestuderen hoe de relatie tussen straatcultuur en criminaliteit precies in elkaar steekt. Uit mijn onderzoeken blijkt criminaliteit met name een prominent thema aan de hand waarvan jongeren hun straatidentiteit construeren. Het schermen met hun betrokkenheid bij criminele activiteiten draagt bij aan de straatidentiteit die de jongeren zo nastreven.

Jongeren betogen hun betrokkenheid bij criminele activiteiten in de eerste plaats vrij expliciet door afbeeldingen of video’s te plaatsen waarin strafbare feiten worden gepleegd, afgebeeld of verbeeld. Regelmatig gebeurt dit door verdovende of anderszins verboden middelen in beeld te brengen. Zo stuit ik op verschillende social media op foto’s van flinke hoeveelheden soft- en harddrugs en zijn in videoclips die de jongeren opnemen ook blokken cocaïne en zogenaamde ponypacks (kleine verpakkingen harddrugs) te zien. In een van mijn onderzoeken stuitte ik op een levendige handel in lean (of purple drank), hoestdrank die bij overmatig gebruik kan dienen als (party)drug (zie afbeelding hieronder).

 

 

Nog duidelijker wordt hun betrokkenheid bij criminele activiteiten wanneer de jongeren ook de vervaardiging van drugs in beeld brengen. Zo worden online foto’s geplaatst van het knippen van wiettoppen en het verpakken van de softdrugs en is in videoclips het wegen en versnijden van cocaïne te zien. Naast drugscriminaliteit blijkt ook pinpasfraude een delict waarmee jongeren online zinspelen op hun betrokkenheid bij criminaliteit. Zij plaatsen foto’s van verschillende pinpassen (zie afbeelding 2) en fotograferen pinautomaten met daarop het resterende saldo van hun bankaccount. Ook wapens worden door de jongeren met enige regelmaat getoond om te laten zien dat zij zich bezighouden met criminaliteit. In videoclips worden vuurwapens pontificaal in beeld gebracht en op Instagram poseren jongeren met messen, handvuurwapens en munitie. De criminele betrokkenheid van de jongeren wordt ook expliciet duidelijk doordat zij online verslag doen van hun contact met politie en justitie. Zij plaatsen foto’s online van uitgeschreven verhoren, aanhoudingen en zelfs complete processen-verbaal.

 

 

Meer impliciet schermen jongeren met hun betrokkenheid bij criminaliteit door hier in woorden aan te refereren. Zo zinspeelde een van de jongeren op het feit dat hij zich bezighield met het plegen van inbraken of overvallen door een Instagrampost te vergezellen van de tekst ‘We vallen liever naar binnen, 9 tot 5 is niks voor ons’ en postte een andere jongen een Tweet met de tekst ‘die guy daar in de hoek, had ik laatst nog gekanti (beroofd)’. Ook in ogenschijnlijk normaal taalgebruik schuilen vaak verwijzingen naar criminaliteit. Zo refereert een jongen die zichzelf online profileert als drugsdealer aan zijn criminele activiteiten als ‘werk’, noemt hij zijn auto ‘kantoor’, en betitelt hij andere drugsdealers als “collega’s”. Door de indruk te wekken dat criminaliteit voor hen ‘normaal’, alledaags en ‘gewoon’ werk is, meten de jongeren zich het imago aan van iemand die op het gebied van criminaliteit het klappen van de zweep kent. Op basis van de bovenstaande bevindingen kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat jongeren binnen de straatcultuur proberen om online zo crimineel of delinquent mogelijk over te komen. Misschien maakt de quote uit de titel van deze blog, die een van mijn respondenten plaatste onder een foto waarop hij voor zijn kinderen aan het zorgen was, dit wel het beste duidelijk: ‘Speentjes aan het uitkoken, normaal is het lei (cocaïne)’.

 

Met enige voorzichtigheid zou ik echter willen betogen dat de echtheid van hun performances ook niet direct van belang is

 

Ondanks het feit dat ik in deze blog slechts ben ingegaan op een van de centrale thema’s aan de hand waarvan jongeren hun performance van straatidentiteit vormgeven, wordt duidelijk dat social media een interessant onderzoeksveld vormen om zicht te krijgen op welke onderwerpen jongeren binnen een straatcultuur belangrijk vinden, hoe en waarover zij communiceren, hoe zij op elkaar reageren en hoe dit hun ideeën over wat ‘straat’ is vormgeeft. Belangrijk om te benoemen is dat het op deze manier bestuderen van deze setting met name zicht geeft op hoe jongeren gezien wíllen worden. Net zoals het voor jongeren binnen de straatcultuur onder invloed van social media steeds moeilijker wordt de echtheid van elkaars performance te beoordelen, hebben wij als onderzoeker (vaak) niet de mogelijkheid na te gaan in hoeverre de foto’s en video’s die jongeren plaatsen aan henzelf toebehoren of om de echtheid van de wapens die zij tonen, te achterhalen. Met enige voorzichtigheid zou ik echter willen betogen dat de echtheid van hun performances ook niet direct van belang is. Het feit dat het binnen de specifieke setting waarbinnen deze jongeren zich begeven klaarblijkelijk statusverhogend werkt je op deze manier te profileren, is namelijk op zichzelf al reuze interessant. Bovendien geldt dat doordat jongeren in real life navolging moeten geven aan de straatidentiteit die ze online construeren, de virtuele ‘straat’ verwordt tot een werkelijkheid op zich. Imago’s die Baudrillard zou betitelen als simulacra kunnen op deze manier meer dan echte gevolgen hebben. Reden genoeg dus om als criminologen serieus werk te maken van het online domein.

 

From 14 – 16 May 2023, some of our criminology students and colleagues attended the Common Study Programme in Critical Criminology hosted at the University of Hamburg (Germany). The Common Study Sessions are organised twice a year by variating participating universities and are an opportunity for […]
As part of the criminology master program, students write a blog post on central themes of the course 'Urban Issues, Culture and Crime'. The best posts are selected for our blog. This post is by Julie le Sage who discusses the consequences of modern urbanism for Rotterdam's urban skaters.
Since 2019, Lebanon's financial crisis is taking the headlines of major newspapers. In this blog post, PhD candidate Cybele Atme outlines, in line with many historical analysis, how Lebanon's contemporary financial system has been shaped by colonialism and foreign interests.